Ga zelf ontspannen en goed ondersteund zitten. Leg een spuugdoekje onder de kin van uw baby. Zorg dat uw kindje in een half zittende houding ligt en steun het hoofdje in uw elleboogplooi. Oogcontact tussen ouder en kind is heel belangrijk tijdens de voeding. Lok eerst de hapreflex uit. Dit kunt u doen door de speen van de fles op de bovenlip van de baby te plaatsen en te wachten tot de baby zijn mondje wijd open doet, voordat u de speen in zijn mond stopt.
Als u gebruik maakt van de reflexen van de baby kan hij ontspannen drinken in zijn eigen tempo. Wanneer de baby de speen in zijn mondje krijgt voordat hij daar klaar voor is, kan hij zich verslikken. Tijdens het voeden houdt u de fles horizontaal; kantel de fles net ver genoeg, zodat het puntje van de speen (inclusief het gaatje) gevuld is met melk. Als de fles verder leeg raakt, zult u deze dus iets meer moeten kantelen. Het is geen probleem als er aan de onderkant van de speen een luchtbubbel zit, zolang er maar melk in het puntje van de speen blijft. Dit werkt het beste met een rechte fles.
Wanneer u tijdens de voeding stress symptomen bij de baby ziet (gespreide vingers en tenen, melk die uit de mond loopt, wegdraaien van het hoofd, gefronste wenkbrauwen, bijgeluiden bij het slikken of wegduwen van de fles) dan heeft de baby een pauze nodig. U kunt de speen van de fles in het mondje laten, maar kantel de fles zo dat het puntje van de speen richting het gehemelte wijst. Hierdoor weet de baby dat de fles er nog is en start hij weer met drinken als hij daar klaar voor is. Op dat moment zult u de fles weer horizontaal moeten houden, zodat de baby weer melk krijgt. Het is voor de baby heel frustrerend wanneer de speen uit het mondje gehaald wordt, omdat hij niet weet of deze nog terug komt.
Wanneer de baby aangeeft dat hij klaar is met drinken is dit prima, ongeacht of de fles leeg is of niet. Om een voorkeurshouding te voorkomen neemt u bij de volgende voeding uw kindje op de andere arm. Dit bevordert ook zijn oog-hand coördinatie.